Kunstenaars Flevoland

Beroep Beeldend Kunstenaar - De Week van Godfried Zöllner

afbeelding van Achtergronden

Maandag
De werkdagen zijn voor mij hetzelfde. Maandag is niet anders dan dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag. Thuis koffie en de krant en om negen uur ben ik op mijn atelier. Rond half twee eet ik al schilderend mijn meegenomen boterhammen en rond vier uur ga ik naar huis. Tussendoor drink ik veel koffie en word ik omringd door de klanken van Bach of jazz of iets anders. Spotify is een geweldige partner.
De eenvoud en zakelijkheid van mijn werkritme staat in schril contrast met hetgeen ik aan het doen ben! Ik zoek het ultieme resultaat! Een algemene emotie, een universeel verhaal, iets dat iedereen herkent maar dat toch iedereen anders ervaart. Dat is heel makkelijk gezegd, maar niet bepaald makkelijk bereikt. Voordat ik de versie heb gemaakt die blijft staan, heb ik er soms wel tien gemaakt waar iets aan mankeerde en die ik weg haalde. Dan was iets net te mooi, of net te lelijk, of rammelde er iets wat ik niet kan definiëren. Als ik niet tevreden ben, dan schraap ik de verf er weer af en begin ik opnieuw.

Dinsdag
Ik ben er niet dagelijks mee bezig, maar toch wel meer dan tien jaar geleden: ik heb haast! Het eeuwige leven is aan niemand voorbehouden en ook mijn leven eindigt een keer. Dat is niet treurig, maar realiteit. En ik heb nog zoveel te schilderen! Daarnaast vind ik maar weinig dingen echt belangrijk. Dus kan ik monomaan mijn aandacht ten volle richten op hetgeen ik van belang acht: mijn schilderijen.
Mijn atelier is licht, wit, leeg en schoon. Ik wil in mijn atelier liever niet gestoord worden door chaos en ook niet door onaangekondigd bezoek. Ik heb het namelijk vreselijk druk! Het werk moet af voordat ik niet meer kan.

Woensdag
Het weekend en de avonden besteed ik aan huiselijk dingen, de gezelligheid van een huwelijk, maar op mijn atelier ben ik volkomen alleen met de verf, de vorm, de kleur en zoek ik naar de ultieme sierlijkheid die tegelijk het ultieme trieste uitstraalt. Heerlijk.
Het schilderij waar ik al een paar weken aan werk is vrolijker van aard dan de werken die ik hiervoor maakte. Lieflijk zelfs, in mijn ogen, al is de dood natuurlijk ook aanwezig. Ik heb het nog geen titel gegeven, maar het thema van de piëta is voor mij duidelijk. De figuren die ik schilder zijn altijd zonder kleding. Niet bloot of naakt, want die benamingen suggereren seksualiteit, maar mijn schilderijen gaan daar nooit over. Ik voel me verwant met een schilder als Rubens. In die tijd waren mensen gewend aan het zien van naakten op schilderijen. Dat was gewoon. En de verhalen die door de schilders van die tijd geschilderd werden, waren bekend. De thema’s, de Bijbelse onderwerpen, de grote verhalen, iedereen kende ze. Ik ken ze ook. Ik hoef ze niet op te zoeken, ze zweven in mijn gedachten als ik aan het werk ben. Soms pluk ik er een uit mijn herinnering en ga daarmee aan de slag.

Donderdag
Het schilderij leek al een paar keer eerder af te zijn, maar toch was het steeds … net …. niet … af. Maar vandaag wel. Ik herken het moment aan de rust die ik dan voel. Het gevecht dat ik met het werk heb gevoerd, (zoals de visser met de vis in The old man and the sea van Hemingway) is dan gestreden. Ik ben klaar, tevreden. Een bijzonder gevoel.
Dit schilderij straalt verdriet uit, de zachte emotie, te zien in de vrouw. Het lichaam van de tegenspeler, die naar mijn gevoel dood is, is verwrongen. De worsteling van het leven en het sterven is zichtbaar. De lucht is lichtblauw, hemels, onaangedaan. De wereld gaat gewoon door, die verandert niet door ons aardse lijden.

Vrijdag
Een nieuw werk. Geen idee nog wat het moet gaan worden. Lijnen en vormen die nog van alles kunnen gaan worden. Ik weet nog niet tegen wat ik of waarmee ik deze keer in gevecht ga.

Het andere gevecht waar ik me bewust van ben, is het gevecht met de wereld, of beter gezegd met de kopers, de kijkers, de klanten. Die zijn er niet. Het is een oneerlijke strijd die ik verlies. Ik lijd er niet onder, want ik hoef niet van verkoop te leven, maar ik vind het wel fijn als het ergens hangt waar het gezien wordt. Die plekken zijn er hier niet veel. Schilderde ik in een paar eeuwen terug, dan waren er de kerken waar dit soort werken konden hangen.
De kerken van nu zijn kaal en leeg, beroofd van elke sierlijkheid. De beeldenstorm van 1566 is voor mij een van de dramatische gebeurtenissen waar ik werkelijk verdrietig van kan worden. Ik kom graag in kerken en dan met name de kerken in het zuiden van Europa waar de devotie nog zichtbaar is in het gebouw en de mensen die er komen. Ik ben zelf niet gelovig, maar ik vind het geloof en godsdienst prachtig. De spiritualiteit en de vrijheid om daar creatief mee te worstelen.

www.godfriedzollner.nl/

 

Reactie toevoegen

Powered by Access2.IT