Kunstenaars Flevoland

Dood Spoor Lezing 16 februari 2014

afbeelding van Hein

Dood Spoor
Lezing op 16 februari 2014, in #Loods 32 - Lelystad

Doodgaan. We zullen er allemaal aan moeten geloven. Er is geen ontkomen aan. In die zin zet het thema ‘Dood Spoor’ ons op het verkeerde been: we zitten juist niet op een dood spoor, we zitten op het spoor naar de dood. We proberen er allemaal een prachtige omweg van te maken, maar het spoor leidt ons vroeg of laat naar het eindpunt, de dood.

Een lezing over de dood. Dood en Kunst, Kunst en Leven. Kunstenaars die de dood als onderwerp hebben, Kunstenaars die de dood verkozen boven het leven, Kwetsbaarheid van leven. Maar de woorden dood en spoor hebben, zeker rond 4 mei natuurlijk ook de link naar de vernietigingskampen.
Dood spoor. Geen makkelijk onderwerp.

Uiteindelijk gaan we allemaal dood. Ook als er in de toekomst een middel wordt uitgevonden dat het verouderingsproces tegengaat en daarmee misschien ook de dood wordt tegengehouden, dan nog zal het slechts een omweg zijn. Stel je voor dat zoiets wordt ontwikkeld, zo'n medicijn tegen doodgaan! Een machine, een pilletje? Als niemand meer doodgaat aan het verouderen of door ziekte, dan zullen we elkaar ongetwijfeld de dood injagen in oorlogen door overbevolking. Als kippen in een te klein hok. Nee, hoe lang het leven ook gerekt wordt, dood gaan we.
En dat is ook goed. Stel je voor dat zo’n verouderingsmachine werkelijk wordt uitgevonden. Een machine die ervoor zorgt dat je stopt met ouder worden. Een fantastische uitvinding, zou je denken, …die ons vervolgens met een paar flinke dilemma’s opzadelt.
Hoe oud zou je bijvoorbeeld voor eeuwig willen zijn? Je zou misschien denken, voor altijd jong! Maar dan kom je nooit tot de wijsheden en de inzichten die horen bij de ouderdom. En wat doen we met de mensen die hun jeugd al voorbij waren? Voor eeuwig oud? En wat doen we met de mensen die niet zo mooi zijn? Voor eeuwig lelijk?
Nee, zodra je gaat rommelen aan de grote mysteries van het leven, dan krijg je te maken met grote ethische en onoplosbare problemen.
De dood is een boeman, maar hij lost ook grote problemen op. De dood ruimt op. Is af en toe hard nodig.

Als er geen dood bestond, dan bestond er ook geen ontwikkeling. De dood is de consequentie van ontwikkeling, de consequentie van een leerproces. Je leeft en je leert, je leeft en je ontwikkelt je, door tegenslagen en overwinningen, je wordt steeds beter en je begrijpt de dingen en jezelf steeds beter, je krijgt de vaardigheden steeds beter onder de knie…. en dan ineens is het over. Zand erover.
Dood en ontwikkeling zijn familie van elkaar. Als je geen ontwikkeling meer doormaakt, dan sta je stil, dan ben je klaar om te sterven.

Dood ben je als je bent overleden. Voor het eerst?  Ik denk dat we de tijd voordat we leefden ook dood kunnen noemen. We gaan dood als we geleefd hebben, we waren dood voordat we leefden.
Het spoor van de dood leidt immers naar twee kanten. Wie ergens heen gaat, komt vanzelfsprekend ook ergens vandaan.
Het hiervoormaals.

Veel mensen vinden het lastig om over de dood te spreken. Over tweehonderd jaar zijn wij allemaal dood. De meesten van ons zullen vergeten zijn, uitgezonderd de enkelingen die beroemd genoeg zijn om nog door wat mensen herinnerd te worden; er zullen foto’s zijn, films, teksten, namen, kunstwerken, waarmee we herinnerd kunnen worden, maar wij maken geen deel meer uit van het levende systeem. We weten dat we sterven, het is een gegeven, en toch willen we er liever niet aan denken.

Als we zeker zouden weten dat het spoor na de dood niet stopt, dan zou het anders liggen. Denk ik. Dan zouden we deel blijven uit maken van het systeem, de levenden samen met de doden, en dan zouden we zoeken naar manieren om te communiceren.

Ik ken een dichter die uitspreekt dat zijn gedichten hem verlichten. Doordat hij gedichten nalaat, weet hij zeker dat zijn naam nog bestaat als hij is overleden. Zonder zijn gedichten zou zijn bestaan volkomen nutteloos zijn geweest, vindt hij. Hij heeft geen kinderen, heeft geen partner, en zo laat hij dus niets na, niets anders dan zijn gedichten. Door zijn gedichten heeft hij niet voor niets geleefd.
Zouden meer kunstenaars zo denken? Angst voor een zinloos leven.
Door kunstwerken neer te zetten en achter te laten, besta je, blijf je wat langer bestaan. Is dat angst voor het leven?

Hoe zit dat met de kunstenaars die de dood verkozen, zelfmoord pleegden. Er bestaat op Wikipedia een lijst van beroemde mensen die zelfmoord pleegden. Daaronder wat kunstenaars. Jackson Pollock, Mark Rothko, daarvan wist ik het. Kirchner staat er ook op. Wist ik niet.
Kunstenaars zijn makers… is de dood het ultieme kunstwerk? Kunstenaar zijn is niet een gewoon beroep, vind ik, maar een levensinstelling. Het is geen baan, maar een manier van leven. Alles kan bijdragen aan inspiratie, elke ervaring kan interessant zijn om te gebruiken en je kunt als kunstenaar op elk moment van de dag enthousiast worden, door alles kun je ideeën krijgen, zin krijgen om aan het werk te gaan. De dood, ook de zelfverkozen dood, maakt deel uit van het leven, dus maakt ook deel uit van het kunstenaarsbestaan. De dood het ultieme kunstwerk.
Of waren ze bang voor mistig worden? De vergetelheid? Angst voor het moment dat de inspiratie verdwijnt, de creativiteit wegblijft?
Of zagen ze gewoon geen uitweg meer, zoals de gewone stervelingen die zelfmoord plegen.

De kunstenaar die de dood heel vaak schilderde, James Ensor, leefde juist lang en stierf gewoon van ouderdom.

Vanitas vanitatum, omnia vanitas: 'IJdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid'. Die tekst komt uit Prediker. Ik heb vorig jaar heel Prediker hertaald. Ik maakte er 24 teksten van. Dit is de eerste tekst:

Mensen geboren, mensen gestorven,
de een de ander volgend en de aarde
maar draaien – nooit houdt het op
en nooit gebeurt er echt iets nieuws:

de zon komt op, de zon gaat onder,
de wind wakkert aan in het Noorden,
de wind gaat liggen in het Zuiden, 
rivieren stromen naar zee en nooit raakt die vol.

Deze mens is goed, zeggen we, en die
is zó bijzonder, maar zodra hij dood is,
is hij door de nieuwe lichting al vergeten.

IJdelheid. Wat zou je zwoegen en zweten,
tobben en sloven, waarom je zorgen maken
over zaken die ze morgen niet meer weten?

Het hele leven is ijdelheid, ijlheid, leegte. Wees niet te trots op je bezit en op je lichaam, want het is vergankelijk. Als je dood bent, neem je niets mee en blijft er niets anders over dan een schedel. In de Middeleeuwen bepaalde de kerk het dagelijks leven. Deugdzaamheid en soberheid, en vooral bidden. Mensen hadden hun eigen reisaltaartje, hun eigen gebedenboeken. Na het leven, in de dood, begon het leven pas echt. Een paar eeuwen later bestelden de gelovigen bij kunstenaars een stilleven, om zichzelf dagelijks eraan te kunnen herinneren dat het leven vergankelijk is. Stillevens met dode ganzen, kaarsen, omgevallen glazen, klokken. Het leven is slechts een tijdelijke onderbreking van de dood. De dood was het ware leven, want dat was het domein van de geest. De geest die onsterfelijk is. IJdelheid.

Veel mensen van nu denken dat het lichaam sterfelijk is, en dat de geest mee sterft als het lichaam ophoudt met leven. Wat mij betreft is die aanname een dood spoor, een spoor dat nergens naar toe leidt. De creatieve geest heeft na de dood niet het lichaam meer tot zijn beschikking om dingen te verwezenlijken, maar dat wil niet zeggen dat de geest niet meer bestaat. Het zouden juist kunstenaars moeten zijn om dat zeker te weten, want zij immers zijn meesters van de geest.
Nu pas realiseer ik me dat het waarschijnlijk andersom is: de geest is meester over de kunstenaars. Wij kunnen immers onze inspiratie niet sturen. Wij worden door inspiratie overvallen. De geest stuurt ons.
De geest die ook in het domein van de dood kan bestaan, die bestuurt ons, stuurt ons.

Van de hak op de tak, zo ga ik. De dood is een land waarin ik de weg niet ken. Ik kan alleen maar vertellen over de dingen die ik heb horen vertellen. Ik luister naar mensen die spiritueel verder kunnen kijken dan ik. De dood vind ik een raadsel, een puzzel.
Niemand is er ooit uit terug gekeerd, zeggen mensen vaak. Stel je voor dat er iemand terugkeert uit de dood en het vertelde….zou je hem dan geloven? Nee, je zou hem voor gek verklaren.

Ik hou van spelletjes, van puzzels, van spoorzoeken. Als je alles zou weten, alles zou snappen, alles zou zien. Alles, onbegrensd. Dan zou je kunnen zien hoe de tijd begon, de Oerknal, daarvoor, dan zou je snappen hoe de dimensies werken, dan zou je alles snappen. Dan zou je zien hoe de dood werkt, wat er gebeurt. Tot die tijd moeten we zoeken.

De mensheid wordt steeds slimmer in de wetenschap. De mensheid wordt ook weer veel spiritueler. Dat zijn twee bewegingen die elkaar gaan raken. Ik moet steeds meer mensen tegen die helderziend zijn of helder voelend. Ik kom mensen tegen die de energie kunnen zien of voelen van overleden mensen. Het moment dat de wetenschap meer gaat snappen van de dood, die is niet ver weg. We zitten op het spoor van de dood.

De wet van behoud van energie: de wet van behoud van energie is een natuurwet, of meer specifiek een behoudswet, die stelt dat de totale hoeveelheid energie in een geïsoleerd systeem te allen tijde constant blijft. Een direct gevolg hiervan is dat energie niet kan worden gecreëerd of vernietigd, maar alleen kan worden omgezet van de ene in de andere vorm, bijvoorbeeld van chemische energie naar kinetische energie.
De aarde is een groot geïsoleerd systeem. Gaat deze wet ook op voor de energie van mensen? Onze gedachten, onze trillingen. Dat de energie van een overleden wezen behouden blijft, maar wordt omgezet in een andere vorm van energie? Dat alles wat we hebben meegemaakt, gedaan, al onze ervaringen, dat dat alles behouden blijft, maar alleen wordt omgezet in een andere vorm?
Hoe precies, dat weet ik niet, maar ik geloof van wel.

 

Een andere beroemde zin: stof zijt gij, tot stof zult gij wederkeren.
Als je dat wederkeren nu eens anders leest dan die doorgaans wordt uitgelegd: stof zijn wij, stoffelijk. Onze geest heeft een lichaam. We sterven, maar we zullen terugkeren in een lichaam. Reïncarnatie. Een nieuw begin.

We kennen de belofte aan de zelfmoordterroristen, de zeventig maagden in het paradijs.
De martelaren uit de Christelijke traditie kennen we ook. Ook zij geloofden heilig in het hiernamaals.  
De hemel wordt binnen de islam voorgesteld als een weelderige tuin. In soera De Gelovigen staat beschreven dat de hemel uit 7 lagen bestaat. Soera Mohammed spreekt van rivieren van wijn, melk, honing en water.
De hemel in de Christelijke traditie is minder duidelijk. Het vagevuur? De hel?
De zeven hemelen kennen we spreekwoordelijk, maar dat komt uit Joodse teksten.
De Grieken en Romeinen kenden het Elysium, de Elysische velden.
De eeuwige jachtvelden zeggen de indianen.

De antroposofen, zij zien een combinatie van de zeven hemelen en reïncarnatie. En hoe ze het zeggen, hoe ze zeggen het te zien, voor mij klopt het. Ik geloof het. Dat is het spoor dat ik wil volgen.
Na de dood herleef je je leven. Alwetend, alziend, alvoelend. Van achter naar voren. Je leeft je leven terug en komt al je ervaringen tegen. Je ziet alle kansen die je hebt gekregen om ervaringen op te doen. Je ziet ook alle kansen die je hebt laten liggen. En omdat je alvoelend bent, ervaar je hoe anderen hebben gevoeld wat jij teweegbracht. Je voelt wat je deed.
Aldus de antroposofen.
Het leven is een ontwikkelingsweg, zeggen ze, en de ontwikkeling houdt niet op bij de dood.

Wetenschappers, die geloven over het algemeen niet in de hemel. En kunstenaars, die lijken in dat opzicht meer op wetenschappers dan ze denken. Voor de meeste kunstenaars is het spoor bij de dood geëindigd.
En dat is eigenlijk ook wel begrijpelijk. Als je de leer van de antroposofen volgt, dan is het leven de plek waar je jezelf ontwikkelt, de plek waar je de dingen realiseert. Na de dood kun je alleen evalueren. Minstens zo belangrijk, want daar gaat het om inzicht in wat je gedaan hebt. Maar je kunt dan geen dingen meer veranderen, geen kunstwerken achterlaten. De kunstwerken maak je alleen tijdens het leven. En voor kunstenaars is dat natuurlijk het enige dat telt, het maken van kunstwerken.

De tentoonstelling zal plaatsvinden rond 4 mei. Nu, op 16 februari, denken we niet aan Dodenherdenking, maar op 3 mei, als de expositie geopend wordt, dan zal het thema Dood Spoor makkelijk doen denken aan de Holocaust, de treinen die rijden naar Auschwitz. Ook daar werd kunst gemaakt, muziek, geheime tekeningen. Kunst kan verlichten.

En als we over die tijd hebben, dan is er natuurlijk de term Entartete Kunst. Kunst van kunstenaars die ontkunst moest worden. Werk van Chagall, Kandinsky, Klee, Kirchner, Nolde, Grosz, noem maar op. Die kunstenaars zaten volgens de Nazi’s op het verkeerde spoor. De geschiedenis vertelt dat ze juist het goede spoor te pakken hadden: hun werk is in de grote musea te vinden.

Van de hak op de tak ging het. Een levende lezing, zeg maar, hink stap sprong, spoorzoekend. Ik heb het eindpunt zeker niet gevonden. Ik ben te levend, denk ik, om evenwichtig over de dood te kunnen spreken. Ik ben ook nog een blinde als het gaat om de dood. Ik ben van plan om honderd te worden.
Maar de onduidelijkheid is natuurlijk vruchtbare grond voor de kunstenaars die aan het werk gaan. Het spoor naar de dood kent vele wissels.
Succes!

Reacties

afbeelding van Sonja Rosing

Dank je wel Hein! Helaas kon ik er zondag niet bij zijn.

afbeelding van Josefien

Mooi. Jammer dat ik dit gemist heb.

Reactie toevoegen

Powered by Access2.IT