Het jaar van de Verbeelding - Abortus
ABORTUS
Door Maria van Daalen
Mijn vriendin kijkt mij aan en zegt verdrietig: ‘Wat moet ik doen? Voor mijn twee kinderen? Wat kàn ik doen?’
Het is een najaar en het is grijs en bewolkt buiten. We zitten aan tafel, in haar achterkamer. De kinderen zijn allemaal even ergens anders - de èchte kinderen, die van hier en nu. Drie zijn het er, één woont zelfstandig, de andere twee gaan nog naar school.
Er zijn ook vaders. De vader van de jongste is al heel lang met mijn vriendin. Zij vormen een warm en harmonieus gezin met allemaal. Ze zijn allemaal hun kinderen.
Ik ken mijn vriendin al bijna even lang als haar laatste, goede, relatie. Zij is kunstenaar, anders dan ik en toch met haar werk heel dichtbij het mijne. Zij tekent veel.
Niet de twee kinderen waar zij nu naar vraagt.
Zij vraagt mij om advies.
Ik weet wat zij bedoelt.
Deze twee kinderen konden niet komen toen zij zwanger was. Het was te gevaarlijk voor haarzelf. Zij is ziek. Het wordt erger. Maar het verloop is grillig.
Tweemaal moest een zwangerschap worden afgebroken om haar te behouden.
Zij heeft verdriet.
Ik weet het. Ik zie het nu. Zij verbergt het niet voor mij. Kunstenaars - sommige kunstenaars - maken weinig echte vrienden, maar die zijn dan wel direct hele speciale vrienden.
Zij vraagt het mij omdat ik ook nog priesteres ben. Zij erkent dat.
Ik weet een antwoord.
Ik kan haar niet van haar verdriet genezen. Er is pijn die niet verdwijnt. Maar ik kan haar wel een weg wijzen.
Ik wijs haar een weg.
‘Kijk, daar!’ Ik wijs haar een plek, in de huiskamer.
Zij doet het.
Zij staat op, rommelt in laden, vindt een theelichtje, en nog een, rommelt in kastjes, vindt twee bekertjes, rent even naar boven, roept iets onverstaanbaars in het trapgat, valt dan de kamer weer binnen, triomfantelijk wuivend met een wit kanten kleedje, ‘nog van oma!’, gaat nog snel even de tuin in en komt terug met een takje met rode besjes, met nog een late bloem, met twee dennenappels van de larix. Een handvol zoetigheid, een kleurige verjaarsversiering, wat fruit, twee identieke stukjes speelgoed…
In de lege nis die ik heb aangewezen, bouwt zij met elegante nonchalance een altaar, maar zo ziet het er niet uit, nee, het wordt een tovertuintje, een kijkdoosje, een stilleven, ‘nature morte’ voor twee dolende kinderzielen, die door haar dromen dwalen, op zoek naar haar en naar liefde. Veel mooier, nee, feestelijker dan ik ooit had kunnen verzinnen, zet zij het neer. Zij kan iets doen, en het is dat, doen, wat haar voor vandaag geneest.
Ik wijd het. Simpele handelingen, levend licht maken, een gebed uitspreken, water schenken, zingen; de afwezige aanwezigen roepen en begroeten; eten, hier snoep en appels, opdragen en aanbieden.
Ooit schreef ik in een gedicht: “C, die het recht heeft om te zegenen, zegende…”. We hebben het recht om te zegenen. Magie werkt volgens regels, die ons door iedere religie geduldig worden uitgelegd.
Er stromen tranen maar haar gezicht geeft licht.
Abortus. Zo’n gewoon Latijns woord. Het voltooid deelwoord van ab-orire, ab is van, weg, orire is omhoog komen, oprijzen, verschijnen. De oriënt, het oosten, daar waar de zon opkomt.
Abortus.
Ik weet nog altijd niet wat ik ervan vind. Of liever, wat ik ervan vind, hangt af van de omstandigheden. Soms is het nodig, om het leven van de moeder te redden.
Soms is het een vreselijke manier om tenminste de directe lichamelijke gevolgen van een vreselijke gebeurtenis - een verkrachting - ongedaan te maken.
Ik vind het goed dat het hier, in Nederland, wettelijk is toegestaan. Maar als ik erover nadenk, krijg ik een wee gevoel in mijn maag. Ik ken het niet uit ervaring. Ik was maar éénmaal zwanger en mijn kind is nu allang zelf moeder.
Maar de dood van een kind.
Het is ook de priesteres in mij: ik wil niet iemands leven nemen. De mensen die zeggen dat alles geoorloofd is in liefde en oorlog, hebben beide nooit werkelijk meegemaakt. Romantische kletskoek.
Wie werkelijk liefde kent, heeft ook zijn vijanden lief. Daardoor bestaat het recht. Recht doen, is, respect hebben voor leven.
Wie werkelijk oorlog heeft meegemaakt, wil elk leven wel redden. Al is het een uitgehongerde straathond of een plant die bijna verdroogd is.
Abortus ingeval van een medische noodzaak: ja. Maar: wat is een medische noodzaak?
En net terwijl ik bezig ben dit te schrijven, meldt het journaal dat er een nieuwe test is om te bepalen of een jonge moeder een kind met het syndroom van Down onder het hart draagt, of niet (de NIPT, de Niet Invasieve Prenatale Test). Er is direct veel over te doen: wordt het je nu bijna opgedrongen om abortus te laten plegen? Krijg je steeds vaker rare opmerkingen als je zo’n kind laat komen en liefhebt?
Ik vind het een onfatsoenlijke discussie, aan beiden zijden. Er zijn ook mensen die hun kinderen niet laten inenten. Het feit dat inenten wordt aangeboden, betekent niet dat het verplicht is, of dat je je moet verdedigen als je het niet wilt. Het is mooi dat er een test is, voor wie dat wil.
Van de moeders met een kind met het syndroom van Down zijn er een aantal die er niet bewust voor hebben gekozen omdat ze het niet wisten. Die moeders ga je niet vragen wat ze zouden doen, als… Omgekeerd: de moeders die kozen of kiezen voor abortus, vraag je niet naar de reden ervan. En als het kind welkom kan zijn, hoe en wie het ook is, ga je niet zeggen ‘dat je zo’n kind toch kunt laten aborteren’.
Iedereen behoort respect te hebben voor de moeilijke beslissing die anderen moeten maken en die ze misschien anders maken dan jij denkt dat je zou doen.
Wat je denkt dat je zou doen is zelden wat je werkelijk doet.
Ooit zei een vriend tegen me: ‘Respect gaat vooraf aan liefde’. Dat is een waar woord in de meeste beslissingen die onze geliefden en onze medemensen betreffen. Respect is ruimte scheppen en behouden.
Ik houd een kaars brandende: voor wie het besluit neemt, voor wie het gevolg ervan draagt, voor wie het verdriet kent - voor beide keuzes.
Reacties
"Wat je denkt wat je doet is zelden wat je werkelijk doet". Dat is zo waar. Als je dat goed onthoudt heb je niet zo snel een oordeel over de beslissingen van anderen.
Respect!
Arbortus, een onderwerp dat je niet makkelijk aan de keukentafel bespreekt. Als je er over in discussie gaat, dan zal waarschijnlijk de algemene mening zijn dat je dat gewoon niet doet, dat je dat moet voorkomen met anticonceptie, maar in de praktijk komt het waarschijnlijk vaak voor. Ik heb in mijn leven drie keer een vrouw in een vertrouwelijk gesprek horen vertellen dat ze het heeft laten doen. En allerie vertelden ze hoe zwaar de beslissing was en dat de gebeurtenis met de jaren alleen maar zwaarder ging wegen.
Dag Maria, wat een prachtig mooi ritueel heb je beschreven. En ik sluit me aan bij het idee dat je ergens pas over kunt oordelen als je er zelf voor staat en een keuze moet/mag gaan maken. De allermooiste zin in jouw verhaal is voor mij: Zij kan iets doen, en het is dat, doen, wat haar voor vandaag geneest. Het is dat doen dat ik in moeilijke situaties mensen (en mijzelf) ook adviseer. En vooral het tweede deel van die zin:voor vandaag, voor nu. Ja, dat is te overzien en morgen is er weer een andere dag. Veel liefs, Mary
23 feb in NRC, een mooi artikel: "Ook benadrukt ze dat haar werk niet moet worden opgevat als een pleidooi tegen beëindiging van zwangerschappen met kans op down. „Ik wil via Alice vooral duidelijk maken hoe het is als je wél een kind met down krijgt. Een optie die tijdens mijn zwangerschap te weinig aandacht kreeg. Ondertussen worden er steeds minder kinderen met down geboren, maar laten we ze vooral niet vergeten.” " http://www.nrc.nl/next/2016/02/23/leren-om-van-je-kind-met-down-te-houden-1591483
Reactie toevoegen