Kunstenaars Flevoland

Het jaar van de Verbeelding - Robotisering

afbeelding van de verbeelding

De Robot onstuitbaar!
Door Jan Coenen

 Robots in de politiek
Een lijsttrekker van een politieke partij zou gemakkelijk vervangen kunnen worden door een robot. Met name in het geval van de PVV zou dit geen probleem zijn, gezien de eenvoudige regels die ten grondslag liggen aan de uitspraken van de lijsttrekker. Wilders zou kunnen terugtreden en als opvolger voor zichzelf een machine kunnen benoemen, iets wat hij ongemerkt misschien al heeft gedaan. Om Rutte in zijn rol van lijsttrekker te vervangen door een robot zou inhoudelijk ook niet moeilijk zijn. Het is een kwestie van verkiezingsbeloften inprogrammeren, overgieten met een saus van herhaling en een toets tegenstrijdig voorbehoud om tenslotte na de verkiezingen de beloften één voor één naar de prullenbak te verplaatsen. Een leuk algoritme voor een leerling programmeur. Om de machinale Rutte binnen zijn partij tot lijsttrekker verkozen te laten worden is echter problematischer, want die logica is een stuk ingewikkelder en bij dergelijke verkiezingen spelen subtiele uiterlijke verschillen mee die een persoon kunnen veranderen in een Messias of in een karikatuur, hoewel de vraag is of dat nog kan bij het voorbeeld Rutte.

Voor zaken waaraan eenvoudige regels ten grondslag liggen, kan heden ten dage een robot gebouwd worden. De huidige generatie robots kan bovendien al leren uit ervaring en met die ervaringen eigen regels afleiden. De grootste stap, naar een robot met bewustzijn en gevoelsmatige voorkeuren, is naar alle waarschijnlijkheid nog niet gezet, maar lijkt een logisch vervolg. Het is in ieder geval interessant hierover na te denken, temeer daar de grens van geen of wel bewustzijn niet scherp is. De discussie die nu speelt over dierenrechten zal binnenkort wellicht over robots moeten gaan.     

Zou het moreel en juridisch door de beugel kunnen om een robot lijsttrekker te maken? Bij het vervangen van het trekpaard door de tractor, bij introductie van de lopende band, of bij de digitalisering en automatisering van betalingsverkeer zijn deze vragen wellicht ook gesteld, maar veelal te laat. Ons moreel en juridisch kompas moet de technologische ontwikkelingen proberen voor te zijn en zal ten minste moeten bijblijven. In het geval van de zelfrijdende auto zal wetgeving ten aanzien van de schuldvraag bij een dodelijk ongeval nu moeten worden geformuleerd en niet nadat de eerste slachtoffers zijn gevallen.

 Een robot kent vele gezichten 
Een robot is een kunstmens, een op een mens lijkende machine die mechanische arbeid kan verrichten. Kunstmens trouwens in een andere betekenis dan geldt voor de KVF-ers die ook kunstmensen moeten zijn. 

De robot van nu is niet de mensachtige robot die ons in onze kleutertijd als sjabloon is aangedragen. Het is vaak een grote machine die werk uit handen neemt van mensen, zwaar werk dat niet vol te houden is voor de gewone sterveling, of het is een apparaat dat precisiewerk uitvoert dat mensen niet aankunnen. Daarom bestaat de huidige robot vaak uit niet meer dan een arm.     

Tegenwoordig kan de robot naast het hanteren van voorwerpen ook andere mensachtige taken uitvoeren met zekere intelligentie zoals waarnemen, analyseren, diagnosticeren en adviseren. Die robot is dan grotendeels een computerprogramma. Vooralsnog zijn robots veelal voorgeprogrammeerd, maar de zelflerende en zelfstandig opererende robot wint terrein. Er zijn wetenschappers die voorspellen dat robots over 15 jaar zelfstandig robots kunnen ontwerpen en fabriceren.

De beroemde Britse wiskundige Alan Turing definieerde in 1950 al criteria om te oordelen of een machine intelligentie kan hebben en concludeerde dat er geen technische bezwaren zijn. Hij formuleerde de Turing-test, een theoretisch procedé om te kunnen bepalen of een computer intelligent is. Het komt erop neer dat je door vragen te stellen er niet meer achter kunt komen of je met een mens of met een computer communiceert. Het is de hoogste tijd om de grens tussen menselijke intelligentie en kunstmatige intelligentie opnieuw vast te stellen.   

 Samenwerkende robots 
Tegenwoordig wordt onder robotisering meer verstaan dan de mensachtige apparaten. We worden op allerlei wijzen geconfronteerd met nieuwe technologische mogelijkheden: van kunstmatige intelligentie en robots in de zorg tot zelfrijdende auto’s, sensornetwerken, big data, 3D-printen, drones, enzovoorts. Allemaal robots. Daarbij worden apparaten die waarnemen en apparaten die dingen maken meer en meer aan elkaar gekoppeld via Internet. Deze brede ontwikkeling wordt gevangen in de term Internet der Dingen. Het Amerikaanse onderzoeks- en adviesbureau in de informatietechnologie, Gartner, voorspelde het afgelopen jaar dat in 2016, nu dus, meer dan zes miljard “dingen” met Internet verbonden zijn. Gemiddeld bijna 1 per persoon. Dit loopt op tot meer dan 20 miljard in 2020. Internet is een gigantische robot met miljarden tentakels, voelsprieten die de hele wereld aftasten en apparaten die aangestuurd worden. Kijk maar eens om je heen tv, telefoon, computer, printer, thermostaat, wasmachine, oven, auto, container, etc. Gartner schat dat het in 2016 wereldwijd meer dan 200 miljard dollar wordt uitgegeven aan het Internet der dingen.    

 Moeten we bang zijn voor robots?
Wetgeving is belangrijk voor het definiëren wat wel en niet mag, maar besturen van robotisering zal niet lukken. Het oprukken van de robot is vergelijkbaar met andere wereldwijde processen die niet te sturen en te voorspellen zijn, zoals voedselvoorziening, klimaat, geldeconomie. In dit type dynamische systemen moeten mechanismen verankerd zijn en die op basis van feedback corrigeren waar het nodig is. Als ergens voedseltekort dreigt, zou elders meer geproduceerd moeten worden, als het klimaat verslechtert krijgen de belangen om dit tegen te gaan meer invloed, etc. Er is niet een paus of een koning of een parlement of een niet- politieke organisatie die dit soort systemen wereldwijd kan aansturen, dat zou hoogstens een robot kunnen zijn. Zo is het ook met internet waarbij redelijke consensus bestaat over het belang, zodat vanzelf regelgeving ontstaat. Dit geldt ook voor de megarobot die via Internet met grote snelheid groeit en zijn eigen leven leidt. Regelgeving is belangrijk, evenals consensus over gezamenlijk belang, afspraken tussen landen, etc. We leven nog steeds in een tijd van ontdekkingen en we kunnen ons opstellen als de ontdekkingsreizigers van eeuwen geleden die met lef op pad gingen, ondanks onbekende gevaren. We moeten er hard aan werken en er vervolgens op vertrouwen dat een groot systeem, dat niet centraal bestuurbaar is, voldoende zelfregulerende controles bevat. In de financiële wereld ging het nog net goed door ingrijpen van overheden en moeten we blijven opletten, bij het klimaat beseffen we inmiddels dat we moeten veranderen en voedseltekorten of oorlogen zijn tot nu toe niet te voorkomen. In de robotisering moeten we alert blijven op uitwassen, maar zijn er ook eindeloos veel kansen om de wereld beter te maken en verschillen in de wereld te verkleinen.

 Robots zijn niet meer weg te denken
Robots zijn al overal en we zijn al zo aan ze gewend dat ze vaak niet meer opvallen. De parkeerwachter, bijvoorbeeld, die de slagboom optilt en de uitrijkaart voor je uitspuugt. De treinkaartjesverkoper, de postsorteerder, de bagagebehandelaar op Schiphol, de kaartlezer in je auto, de automatische piloot die een vliegtuig op koers houdt, de kunstnier voor dialyse, de magazijnmedewerker in de internetwinkel, de nachtwaker in het gemeentehuis, etc. De internet-robot betaalt je rekeningen, bewaart je portemonnee, is je postbode, doet steeds meer je belastingaangifte. Kwam vroeger de marskramer aan de deur, tegenwoordig brengt de robot je het complete productenscala van de hele wereld in de huiskamer, en niet alleen in je huiskamer, maar overal waar je gaat of staat. Auto’s, computers, robots en andere apparaten worden door robots in elkaar gezet. Auto’s zijn feitelijk ook robots die lange wandeltochten overbodig maken. We hebben verder de digitale professor in de vorm van videocolleges, de 3-D printer die machineonderdelen, kunstbenen of maaltijden print, etc.

 De machine wordt steeds slimmer
De mens heeft een geest om te relativeren en een lichaam om te voelen. Er zijn nog geen machines die even rijkelijk bedeeld zijn, maar er komt een moment, en dat is wellicht dichterbij dan we geneigd zijn te denken, dat intellectuele machines de mens evenaren en overtreffen, dat ze emoties uiten, dat we de programmeur niet meer bedanken maar het apparaat zelf, dat we het bewustzijn van de machine erkennen, dat ze psychotherapie nodig hebben, dat ze bestraft kunnen worden voor slecht gedrag, dat ze beseffen dat ze van de mensen afstammen, dat we verliefd op ze kunnen worden, etc. Verdienen ze dan ook rechten en krijgen ze die ook? Kun je robots vermoorden en is dat strafbaar? Krijgen ze stemrecht? Kunnen ze lid worden van de PvdA of van de KVF? De aliens die ons intellectueel overtreffen komen niet uit verre sterrenstelsels, maar we zijn ze zelf aan het bouwen. 

 Mens of robot?
Zelf robotiseren we langzamerhand steeds meer. We verbeteren het lichaam voortdurend met allerlei nieuwe functies. We hebben de bril, de verrekijker, de telescoop en de microscoop als uitbreiding van het standaard gezichtsvermogen. Via camera’s kunnen we rechtstreeks nagenoeg de hele wereld waarnemen en kunnen we luisteren naar een concert in Honk Kong of Dallas. We hebben afstandsbedieningen en telefoon om dingen buiten handbereik te regelen. Als vitale organen in het lichaam het laten afweten kunnen we ze laten vervangen en zelfs een compleet nieuw gezicht behoort sinds kort tot de mogelijkheden. De pacemaker en andere medische apparaten zijn gemeengoed en binnenkort kunnen we ons een oor laten aannaaien dat uit de 3-D printer komt. Inmiddels is het mogelijk om DNA gericht te herprogrammeren. Als toegestaan is om op basis van elektronica een robot te bouwen die zich zelf in leven kan houden en die zelf leert en gevoelens toont en die qua gedrag vergelijkbaar is met een mens, waarom zouden we er dan nog tegen zijn dat de biotechnologie met zelf geprogrammeerd DNA een robot van vlees en bloed laat groeien die vergelijkbaar is met die elektronische robot? Deze elektronische robot zou trouwens een drone kunnen zijn en de biologische concurrent van een vogel. Is er sprake van een robot als het biologische bouwstenen betreft, of is er dan sprake van een gemanipuleerde kloon? Mag dat dan niet? Ook niet als we het een kunstwerk noemen? 

Zouden we moeten stoppen met de bouw van een elektronische denkende robot, moeten we voorkomen dat emoties en bewustzijn ontstaan. Wat is dat dan precies dat bewustzijn en wanneer ontstaat dat. Kunnen we dat niet het beste aan het oordeel van de mondige robot overlaten?

Heel veel spannende vragen. Misschien is de robot die leeft van zonne-energie de mens van de toekomst. Cameradrones, robots als gezelschap tegen vereenzaming, de (2- of 3D-printer die perfecte kopieën van kunstwerken maakt, robots bij defensie, bombarderende drones; zoals met alle technologische ontwikkeling is er altijd het risico dat het verkeerd gebruikt wordt. Dat was al zo met de uitvinding van de vuistbijl en we zijn aan de Nobelprijs gekomen omdat de uitvinder van de dynamiet wilde beklemtonen dat hij geen kwade bedoelingen had gehad. Risico op misbruik zal de ontwikkeling van robots niet stoppen en mede daarom is het zinvol van te voren na te denken over mogelijke gevolgen van vergaande robotisering.  Bedenk dat misbruik bij uitstek een menselijk trekje is. Illegaal kopiëren van muziek, films en e-books wordt na jaren pas geleidelijk gereguleerd.

 Politiek
Het duurt nog even voordat we de robot met bewustzijn moeten erkennen, maar soms gaan dingen verrassend snel. De groei naar zelfdenkende robots zal een geleidelijk proces zijn. Daarom is het verstandig om nu na te denken over de grens om te voorkomen dat we hem straks gepasseerd zijn zonder het te merken. De filosofische discussie over lichaam en geest moet weer oplaaien. Cogito, ergo sum krijgt nieuwe lading.  

Vanuit de politiek is er aandacht voor robotisering, maar uiteraard voornamelijk voor de effecten op de korte termijn, waarbij vooral de werkgelegenheidsdiscussie de boventoon krijgt. Asscher vreest voor verlies van arbeidsplaatsen. Groen Links ziet mogelijkheden voor verdere arbeidstijdsverkorting en introductie van basisinkomen. 

In het onderwijs moet de nadruk als gevolg van de toenemende robotisering meer komen te liggen op zaken die robots niet kunnen. Omdat robots goed zijn in herhalende taken en zakelijk oplossen van bekende problemen, moeten kinderen zich vooral ontwikkelen in creatieve richting, originaliteit, verbeeldingskracht en daarnaast in intermenselijke omgang en communicatie. Dit impliceert een belangrijke rol voor het onderwijzen van creativiteit en derhalve kansen voor kunstenaars.

Omdat robots op korte termijn vooral arbeid vervangen die traditioneel door mannen wordt uitgevoerd en door de genoemde verschuiving van menselijke activiteiten naar meer creatieve en communicatieve facetten van de maatschappij, zal de rol van de vrouw belangrijker worden. Nog een reden om robotisering toe te juichen. 

Belangrijk is ook de eigendomsvraag. Wie is de eigenaar van de robotarbeidskrachten? Zonder maatregelen zal in het huidige rechtssysteem toenemende robotisering kunnen leiden tot nog grotere verschillen tussen winst uit arbeid en winst uit kapitaal (Thomas Piketty in kwadraat). De eigenaars van de robots zullen het rijkst zijn, de werklozen die door robots vervangen zijn hebben geen inkomen. Een andere vraag met arbeidsrechtelijke aspecten is of robots manager en daarmee de hiërarchische baas van menselijk personeel kunnen zijn. Misschien lossen we hiermee een groot maatschappelijk probleem op, zeker als de robot geen psychopaat of anderszins verknipte macho is, maar intelligent, redelijk en vrouwelijk.  

 Toekomst
Ruim 25 jaar geleden vroeg  de essayist Jaap van Heerden zich al af of een gelovige computer paus zou kunnen worden. Hij achtte de papabiliteit van het elektronisch rekentuig groot, maar net als hij vermoed ik dat de vrouw eerder paus zal zijn dan de machine. Voorlopig is er nog geen schijn van kans op een gemijterde vrouw of de huidige paus zou moeten bekennen dat zij een transgender is en voor zichzelf kiest ondanks haar ambt. Er zijn dingen die nooit lijken te veranderen, al is er altijd hoop, en er zijn dingen die sneller veranderen dan we kunnen bijhouden. Waar je voorkeur ook naar uitgaat, robotisering is onstuitbaar en biedt onvoorstelbare mogelijkheden. Geef je verbeelding een kans. De wereld is fenomenaal, vol kansen en een enkel gevaar. Wees niet degene die met een leesbril op het neuspuntje en een opgekalefaterd gebit al auto rijdend begeleid door de robotnavigator de robotisering verafschuwt. Gooi niet alle mechanisering op een hoop, misschien gaat ooit een robot je leven redden. Verwonder je over de schoonheid en grijp de kansen die de robotisering biedt. 

Almere, maart 2016

 

Reacties

afbeelding van Hein

Een mooi stuk, Jan!
Niets aan toe te voegen!

afbeelding van Rob van den Broek

Waanzinnig knap geschreven Jan. Ik ben onder de indruk van je veelzijdigheid en ruimdenkendheid.

afbeelding van Gonny Geurts

In deze wereld is de robot niet meer weg te denken, dat ben ik met je eens. En het toekennen van menselijk eigenschappen aan de robot door onze projecties gebeurt ook al, zij het dat een weldenkend mens de programmeur nog wel herkent. maar soms houd ik mijn hart vast- iets overdrachtelijks wat de robot niet kan...

afbeelding van Jan Coenen

Ik voel met je mee. Daar ligt nog een grens die moeilijk te passeren zal zijn. De robot zal voorlopig zijn hart niet kunnen vasthouden, maar wel kunnen doen alsof.

Reactie toevoegen

Powered by Access2.IT